Vlieg

Een kers is troostend rood en rond en vertrouwd. Dit jaar hing er één aan onze boom. Die lieten we hangen. Alain had er veel en hij bracht er voor ons mee. Alain schildert onze muren, in kalmerend gebroken wit. Omdat het wit gebroken is, kan je er de regenboog in dromen. Hij is de beste schilder van het hele land. Als Van Gogh muren had geverfd, dan hadden ze hem Alain genoemd.

Ik had troost nodig omdat ik een glazen schaal tegen de onherbergzame stenen keukenvloer knalde in een poging tot efficiënt opruimen. Maar ondertussen zijn de zonnebloemen wel geplant, en dat zou Vincent fijn gevonden hebben. Ik stel me voor dat Vincent een man van niet veel woorden was, net zoals mijn moeder zaliger, die zegt ook niet veel, behalve als de Tour eraan komt zoals bijna het geval is, en dan moet ik langere zinnen maken, hoewel het daar te warm voor is, om haar van wederwoord te dienen, ja mama ik weet het, ik heb al veel te lang geen blogskes meer geschreven, en ja ’t is bijna koers en dan babbel je in mijn hoofd want dan is het weer bijna de verjaardag van jouw overlijden en wist je dat Rik Wouters ook in de zomer stierf, volgens de legende waren zijn laatste woorden “Jammer dat ik niet meer schilderen kan, nu ik eindelijk klaar zie.” Wat heb jij gezegd, mama?

Er kwamen zachtsprekende fluweelvoetige getuigen van Jehovah aan de voordeur bellen. We namen hun folder in ontvangst, maar snoerden hen daarna kordaat doch vriendelijk de mond. In hun folder stond dat we geduld moeten hebben. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn. Geduld, ook, o lezer, alvorens ik tot het onderwerp van de dag kom.

“Vlieg,” zei ik en wat een raar woord dat was. Dat kwam omdat er een vlieg op de tafel naar mij zat te kijken, met grote ondoorgrondelijke facetogen. Dat we toch niet “loop” zegden tegen twee- of vierpoters. Of “kruip” tegen een baby, “kronkel” tegen een slang, en dat ik daarover iets zou kunnen schrijven, eindelijk weer eens iets. Hoe zou je een mens dan noemen, vroeg mijn minzame, vertrouwde en geruststellende tafelgenoot. “Denk” zei ik, terwijl ik hem aandachtig bekeek, als was het voor het eerst.

Maar er is individualisering nodig. Zou ik mezelf op dit ogenblik een “schrijf” durven aanmeten, en sommige anderen zijn gegarandeerd “doe”. Of “verf”, en waarom niet,”babbel” of “dans”?

En misschien moeten we het omkeren. Wat wil ik zijn vandaag? Toch geen “denk” zeker! Nee, we gaan uit de bol met “huppel”.

Of “vlieg”.

Dit bericht werd geplaatst in amusement, schrijven, Tour de France. Bookmark de permalink .

2 reacties op Vlieg

  1. Greta zegt:

    Leuk Anna, je zorg telkens weer voor een brede glimlach.

  2. catherine zegt:

    hartelijke dank. Liefs Catherine

Plaats een reactie