Als een spiegel – voor Kirstin van Lierde

Ik beken het je eerlijk, Kirstin, ik trok wit weg toen ze me op de uitgeverij jouw boek onder de neus schoven. Ik had net over Wilde lucht onderhandeld, het zou er komen, mét soundtrack! Ik was in opperbest humeur. Een wilde, onmogelijke droom die waar werd!

 

En dan dat boek van jou. Ik las de achterflap, klapte het open, zag enkele cursief gedrukte stukjes tekst: woorden die ook in Wilde lucht hadden kunnen staan, maar niet helemaal, een beetje anders, een klein beetje anders en toch ook weer niet genoeg.

 

“Maak je geen zorgen,” zeiden ze. Maar klonken ze niet toch een beetje alsof ze vermoedden dat er méér aan de hand was? Een complot tussen jou en mij? Samen aan één schrijftafel? Samen in één hersenpan? Een lugubere manuscriptenfraude? Jouw boek was het eerst gedrukt, lang voor het mijne. Dus?

 

“Ik ben onschuldig!” hoorde ik mezelf in gedachten al piepen. “Die soundtrack-cd, daarom heeft het zo lang geduurd voor het boek gepubliceerd werd, echt waar! Het boek is echt allang af. Ik ken die Kirstin Dinges niet!”

 

Kirstin, ik vertelde je al dat ik bijna geen romans meer lees. Dat ik geen boeken van collega-jeugdschrijvers lees. Punt en daarmee uit. Dus: ook jouw boek niet. Nooit niet. Nimmer niet.

 

Wat niet weet, wat niet deert. Zo is het toch? ’t Zou wel meevallen, met die gelijkenissen, hield ik mezelf voor. Ik had toch immers geen patent op blinde pianisten? Iedereen mag een blinde pianist uit zijn pen schudden, ja toch? En dat beeld, dat magische beeld van die spiegel, dat was toch gewoon toeval? Toeval om een toeval bij te krijgen.

 

Toen stond je daar en je stak je hand naar me uit. Ik glimlachte en jij lachte terug en we zeiden dat we elkaars boeken goed zouden begrijpen en nog veel andere lieve dingen die we schenen te menen. Vreemd. Gewoon. Klik. Leuk. Spannend. Avontuur.

 

Zijn we daarom ook niet auteurs? Omwille van dat avontuur?

 

Avontuur! Dus las ik. Voor het eerst sinds lang, zomaar, een boek. Hm, misschien is zomaar niet het juiste woord. Maar ik las. En hoorde mezelf tegen iedereen die luisteren wilde, vertellen wat voor mooi en spannend boek ik Als een spiegel vond. En hoe het op het mijne leek en ook weer niet. Dat ze het ook moesten lezen. Dat ik de auteur al eens ontmoet had.

 

Waarempel: enthousiast. Weet je, het is tijd voor een bekentenis: ik had het gevoel dat Als een spiegel ook een beetje mijn boek was. Snap je dat?

Nog een onthulling, het kan niet op vandaag: ik weet nu ook zeker waarom we zo’n gelijkaardige boeken hebben geschreven. Heel simpel: zodat we elkaar zouden ontmoeten. En blijven ontmoeten. Je zou voor minder al eens een spiegelboek gaan schrijven.

 

Liefs

 

Anna

 

Dit bericht werd geplaatst in wilde lucht. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie